Spareribs horen bij de standaard-onderdelen van een goede barbecue. Van oudsher is dit deel van het varken het goedkoopst. Dat is niet voor niets, er zit relatief weinig vlees aan. Meestal worden ze van de flank of de borst van het varken gesneden. Vraag je slager eens of die aan dikkere spareribs kan komen, waar meer vlees op de rib zit. Zo houd je nog wat meer vlees over van je werk. Idealiter begin je dit recept al in de ochtend, of zelfs een dag voordat je het eet.
Wat heb je nodig? (4-6 personen)
- ca. 1-1,5 kg dikke spareribs
- 50 gram bruine basterdsuiker
- 25 gram grof zeezout
- 1 tl gemberpoeder
- 0,5 tl cayennepeper
- 1 tl anijszaad
- 1 tl uienpoeder
- 100 ml appelsap

Wat moet je doen?
- Meng de suiker, zout, gember, anijszaad, uienpoeder en cayennepeper.
- Haal de spareribs uit de koeling uit de verpakking. Dep de buitenkant droog met keukenpapier.
- Strooi een laagje van het specerijenmengsel over de spareribs en wrijf het er goed in.
- Wikkel de spareribs losjes in plasticfolie en zet, in een bak, in de koelkast voor minimaal 4 uur.
- Verwarm de barbecue voor op matige hitte (maximaal 150 graden). Zorg dat je een koude zone hebt, met een aluminium bak onder de plek waar je de spareribs gaat neerleggen.
- Haal het vlees uit de koelkast en dep het vrijgekomen vocht op, het vlees moet droog zijn om zoveel mogelijk rooksmaak op te nemen.
- Leg het vlees in de barbecue, boven de aluminiumbak. Vul de bak voor een deel met water, dat tempert de hitte.
- Gaar het vlees voor minimaal 3 uur, maar het liefst langer, tot het vlees gemakkelijk van het bot loskomt. Bestrijk het tussentijds elk halfuur met een klein beetje appelsap.
- Laat de spareribs na het garen zeker 10 minuten rusten.
Spareribs van de barbecue
De varkensribben geven veel smaak aan het vlees en de dry rub waarmee ze vooraf zijn ingewreven. Doordat er zout in de rub zit dringt er veel smaak diep in het vlees door. Door ze rustig te garen wordt het vlees onwijs zacht en mals. Wat is jouw lievelingsbereiding van deze barbecueklassieker?