Een van mijn favoriete Indonesische bijgerechten zijn de pittige boontjes. Het is vrij eenvoudig om dit bijgerecht zelf te maken. Deze variant met als basis een sambal-kokosmelksaus heb ik geprobeerd te maken als een eerbetoon aan de versies die je bij een Indonesische rijsttafel vindt. Naar eigen inzicht kan je verschillende soorten sambal gebruiken, en iets meer of minder als je niet van al te pittig houdt. Wat mij betreft mogen pittige boontjes hun naam eer aan doen.
Wat heb je nodig? (4-6 personen, bijgerecht)
- 600 g sperziebonen, schoongemaakt, in stukjes van 3 cm
- 2 el sambal oelek
- 3-4 kemirinoten, 10 minuten op 175 °C in de oven geroosterd
- 1 tl trassi
- 1 ui, gesnipperd
- 3-4 tenen knoflook, gesnipperd
- 450 ml kokosmelk
- Zout
- Olie om in te bakken

Wat moet je doen?
- Rooster de kemirinoten ongeveer 10 minuten in een oven van 175 °C.
- Kook de sperziebonen in 10 minuten net niet gaar, en giet af.
- Snijd de kemirinoten fijn, voeg daar de gesnipperde ui en knoflook aan toe en hak zo fijn mogelijk. Meng met de sambal en trassi.
- Verhit een pan met dikke bodem en hoge wanden. Voeg wat olie toe en bak het mengsel met de sambal in de pan.
- Voeg de kokosmelk en de sperziebonen toe. Laat inkoken en de sperziebonen garen.
- Serveer warm, als bijgerecht van andere Indonesische gerechten.
Pittige boontjes
Deze pittige boontjes heb ik gebaseerd op de Indonesische klassieker. De sperziebonen combineren fantastisch met de sambal. Trassi is een ingrediënt dat je waarschijnlijk niet heel veel gebruikt als je niet Indonesisch of Surinaams bent. Dat is een gefermenteerde garnalenpasta met een ontzettend sterke smaak (en geur). Rauw is het oneetbaar, maar toegevoegd aan de pan heeft het in kleine hoeveelheden al een spectaculair effect op de smaak van het hele gerecht. Wat zijn jouw lievelingsgerechten met boontjes?