Textuur, als je weleens gaat uit eten, dan weet ik zeker dat je het de bediening zult hebben horen benoemen. Maar waarom zou je textuur in je eten willen hebben? En misschien nog wel belangrijker: als je het wilt, hoe krijg je het dan voor elkaar? In dit blog verken ik dit interessante aspect in je maaltijd.
Textuur
Waarom zou je eigenlijk textuurverschillen in je eten willen hebben? De crux zit in het woord ‘verschillen’. Wanneer je een gerecht eet en het heeft door en door dezelfde consistentie, dan wordt het na verloop van tijd saai. Door een andere textuur te introduceren wordt je af en toe verrast. Denk bijvoorbeeld aan een lavacake, met een knapperige korst en een vloeibare kern, of een salade met croutons.
Zacht
Wanneer je een heel knapperig onderdeel van een maaltijd hebt, dan is het fijn om daar een heel zachte component aan toe te voegen. Wanneer je bijvoorbeeld gebakken aardappel hebt, is het juist qua textuur interessant om daar een groentepuree bij te serveren. Daardoor komt zowel de knapperige korst van de aardappel als de zijdezachte puree uitgesprokener naar voren, en beleef je het verschil in smaak en aroma nóg sterker.
Krokant
Het is niet voor niets dat door salades vaak verschillende garneringen zitten. Hoewel de salade zelf niet superzacht is, wordt het een stuk interessanter om te eten als je er croutons of zaden aan toevoegt. De croutons introduceren niet alleen de smaak van gebakken brood, maar geven ook een krokante beet. Het zelfde effect krijg je bijvoorbeeld met uitgebakken spekreepjes in een stamppot of paté op getoast brood.
Zacht én krokant
Als je er meer over nadenkt, dan zullen je ook veel gerechten te binnen komen die zowel zacht als krokant zijn, en daarmee een totale textuurbeleving geven! Wat denk je van kroketten? Die hebben een knapperige paneerlaag en een zachte kern. Maar er zijn nog talloze andere voorbeelden: bonbons met een ganachevulling, pommes anna en arancini. Dit geldt zelfs voor een eenvoudig maar goed brood, dat heeft een krokante, bijna karamelachtige korst en een zachte, malse structuur van binnen.

Chewy
Misschien een vreemde eend in de bij van de textuur in chewy. Dit term gebruik ik in het Engels om het woord ‘taai’ te vermijden, omdat dat een negatieve bijklank heeft. Wat mij betreft heeft chewy dat juist niet. Denk bijvoorbeeld aan het iets terugveren van popcorn als je erop kauwt. Dat is een interessante eigenschap naast bijvoorbeeld gerechten die heel zacht gestoofd zijn. Een chewy component past zo heel goed bij heel zacht gestoofd vlees, dat in je mond uit elkaar valt en vrijwel geen weerstand biedt bij het kauwen. Ook in gebak kan dit zijn waar je naar streeft, bijvoorbeeld in chocolate chip cookies of brownies is dit een vaak gewenste textuur.
Textuur: verandering in spijs
Zoals je hebt kunnen lezen, kan het uitdenken van texturen je gerecht nog interessanter maken. Probeer niet alleen te denken in goede smaakcombinaties, maar probeer daarnaast ook gebruik te maken van een afwisseling in textuur. Zo is het gerecht van de eerste tot de laatste hap interessant, omdat er steeds iets anders aan de hand is. Want niet alleen voor smaak geldt: verandering in spijs doet eten.